Hoe kies en combineer je kleuren in je interieur?

De 60-30-10 regel: Een perfecte kleurverdeling

De 60-30-10 regel is een veelgebruikte richtlijn in interieurontwerp en helpt bij het creëren van een harmonieus kleurenpalet.

• 60% (dominante kleur): Dit is meestal de kleur van grote oppervlakken zoals muren, vloeren of grote meubels. Het bepaalt de basis van de ruimte.
• 30% (secundaire kleur): Deze kleur wordt gebruikt voor meubels, textiel of andere middelgrote objecten. Het geeft contrast en diepte zonder te overheersen.
• 10% (accentkleur): Dit zijn de opvallende kleuraccenten die worden toegevoegd via accessoires zoals kussens, decoraties of kunst. Het geeft de ruimte meer persoonlijkheid.

Door deze verhouding aan te houden, ontstaat er een evenwichtige en visueel aantrekkelijke ruimte waarbij de kleuren op een natuurlijke manier in elkaar overvloeien zonder dat het rommelig aanvoelt. Hoewel de 60-30-10 regel structuur biedt, betekent dit niet dat je je interieur tot slechts drie kleuren hoeft te beperken; je kunt binnen elke categorie verschillende tinten en nuances gebruiken.

Kleurstalen: De sleutel tot de juiste kleurkeuze

Als je eenmaal een idee hebt van welke kleuren je wilt gebruiken, is het tijd om met kleurstalen aan de slag te gaan. Een kleurstaal is een kleine sample van de verf of het materiaal dat je wilt gebruiken. Het is een essentieel hulpmiddel om te zien hoe kleuren er in jouw specifieke ruimte uitzien. Hier zijn een paar stappen om kleurstalen op de juiste manier te gebruiken:

Test verschillende tinten

Het kan verleidelijk zijn om meteen je favoriete kleur op de muur te zetten, maar het is verstandig om een aantal tinten uit te proberen. Wat in de winkel prachtig lijkt, kan er in jouw huis heel anders uitzien.

Plaats de kleurstalen op verschillende muren

Kleuren worden beïnvloed door de hoek van de kamer, de lichtinval en de omringende kleuren. Plak de stalen op verschillende muren om te zien hoe ze zich gedragen in natuurlijk en kunstmatig licht.

Bekijk de kleur gedurende de dag

Kleuren veranderen in de loop van de dag door de hoeveelheid natuurlijk licht die binnenkomt. Wat er in de ochtend helder en fris uitziet, kan in de avond donkerder en warmer aanvoelen. Laat de kleurstalen enkele dagen op de muren zitten en bekijk ze op verschillende momenten om te zien hoe ze je bevallen in verschillende lichtomstandigheden.

Natuurlijke lichtval: Hoe licht de kleur beïnvloedt

Natuurlijke lichtval is een cruciale factor die de beleving van kleur sterk kan beïnvloeden. De hoeveelheid en richting van het licht dat de kamer binnenkomt, verandert hoe een kleur eruitziet. Dit betekent dat een kleur die je in een showroom mooi vindt, er thuis heel anders uit kan zien. Door rekening te houden met de natuurlijke lichtinval, kun je de juiste kleur kiezen die op elk moment van de dag goed tot zijn recht komt.

Licht vanuit het Noorden

Ruimtes met ramen op het noorden hebben over het algemeen koel, diffuus lichtinval. Dit licht is zacht en gelijkmatig, maar mist de intensiteit van direct zonlicht. Kleuren kunnen in een noordelijk georiënteerde kamer koeler en meer gedempt overkomen.

Licht vanuit het Zuiden

Zuidelijke lichtinval zorgt voor warme, volle en felle kleuren door de dag heen. In een kamer met zuidelijke ramen komen bijna alle kleuren tot hun recht, omdat de zon het grootste deel van de dag rechtstreeks naar binnen schijnt.

Licht vanuit het Oosten

Ramen op het oosten vangen het heldere, maar vaak koele licht van de ochtendzon. Dit licht versterkt lichte en koele kleuren zoals zachtblauw, pastelroze en lichtgrijs, waardoor ze helder en fris lijken. Naarmate de dag vordert en de zon draait, zal de lichtintensiteit afnemen, wat warme kleuren meer gedempt kan doen lijken.

Licht vanuit het Westen

Het warme, goudkleurige licht van de late middag en vroege avond schijnt door westelijke ramen en geeft kleuren een diepe, rijke gloed.